
Jumpstart. Reizen in de survivalmodus
- annettelinden0
- 19 mei 2022
- 4 minuten om te lezen
Dag 1 en dag 2. Zondag 1 mei en maandag 2 mei 2022. 24 uur reizen met de trein. Amsterdam- Bologna
Ver voor de pandemie werd ik al vrolijk bij het idee om vanuit een zonnig oord naar de zomer in Nederland te fietsen. Daarom begint dit jaar mijn fietsavontuur in de meizon van Sicilië. Als ik in Amsterdam met mijn fiets op de trein naar Arnhem stap is het nog steeds volgens plan. Eerst zo ver mogelijk weg met trein en boot en dan terugfietsen naar huis. Ofwel: pak de trein Amsterdam-Hannover- Innsbruck-Bologna. Ga dan door met de trein naar havenstad Livorno en stap daar over op de boot naar Palermo, Sicilië. Makkelijk te bedenken en op te schrijven.
En wat blijkt? Pittig om uit te voeren!
Want zo’n 10 kilometer voor de grens met Duitsland gaat de reis al anders.
Mijn trein vanuit Arnhem veroorzaakt 10 km voor de grens met Duitsland een ongeluk (aanrijding met een persoon). Verdrietig. En vervolgens staar ik twee uur peinzend uit het raam van die stilstaande trein. Uiteraard moet de machinist vervangen worden. En er blijkt ook nog iets mis met de bediening van de trein. Om kort te gaan, ik mis de aansluitende trein voor de Nightjet vanuit Hannover naar Innsbruck. “Geef je er maar aan over” appt de man mij “je ben de het-kan-ook-anders-vrouw” hoor ik een vriendin zeggen en “ jij hebt buoyancy, je komt altijd boven” fluistert een vriend mijn gedachten in.
De Deutsche Bahnhof beambte in Duisburg boekt mijn reis,tot mijn blijde verbazing om. Ik noem hem superhero. Hij knikt beleefd. Traject Duisburg-Zurich. Dat betekent wel eerst drie uur nachtelijk wachten op een leeg perron.
Ik worstel mezelf de overvolle trein in met mijn fiets, en vraag me af wat er hier gebruikelijk is. Overal mensen met jassen over hun hoofd, opgekruld liggend op twee stoelen. Ik ga op zoek naar diegene die mij verder zou kunnen helpen. “Nee, nee, sorry, het spijt me, op deze rit is er geen sjieke slaapcoupé met eigen douche en wc”. De vriendelijke NS-conducteur van de Nightjet bied me improviserend een plek in een volle eersteklas wagon met twee harde stoelen om in te slapen. “Ligt ook best lekker hoor!” So be it.
Helemaal veilig voel ik me niet hier en ik houd mijn belangrijkste spulletjes dicht bij me. Mijn telefoon blijft zelfs de hele nachtelijk reis tussen mijn borsten geklemd. Gelukkig heb ik een slaapzak en een opblaasbaar kussentje. Ik krul me op en doe hazenslaapjes. Ik schakel dus terug naar de vaardigheden van het slapen in Greyhoundbussen en Interrailtreinreizen. Toen was ik 20, ik kan het nu nog!
Tot we om 6 uur de Zwitserse grens naderen. Vanaf dan zit er bij mij de schrik in. Een strengbozige Zwitserse conducteur schudt me wakker: “Waar is je kaartje voor Zwitserland? Dit is een Zwitserse trein, je bent in Zwitserland, waar is je kaartje ?” Ik zwaai met mijn printjes, zeg daas in het Duits dat ik er ook vreselijk “Unglucklich” van was dat ik “Umgezetst” ben buiten “Meine Schulz”, maar hij blijkt natuurlijk niet ontvankelijk voor onverstaanbare emotionele argumenten. Ik doe tegen beter weten in nog een laatste poging. Maar Nein, ik had geen kaartje voor Zwitserland. Wel voor de Nightjet NL, DLD, AU en ITA.
Zwitserland is een land waar regels nageleefd worden en geld telt. En dan begrijp ik dat ik slechts hoeft te schakelen vanuit de survivalreismodus naar de betaalmodus en dan gewoon geld moet geven. En wonderlijk, ik mag blijven zitten tot de Zwitserse grens met Italie. En jawel, in Italie komt er een andere conducteur aan boord. Heel hulpvaardig en aardig. Hij is onder de indruk dat ik vier talen door elkaar spreek ( beetje moe, wij allebei); hij kan alleen maar “Arjan van Buren” in het Nederlands 😂. En ja hoor, ik wil best nog een extra kaartje betalen, omdat ik nu met een andere Italiaanse trein aan het reizen ben dan op mijn oorspronkelijke kaartje staat. Tuurlijk 😏.
“You give some, you get so much more”, Want twee uur eerder dan oorspronkelijk geplanned, komen ik en mijn fiets aan in Bologna. En of het de gewoonste zaak van de wereld is fiets ik in een rechte lijn naar mijn onderkomen voor de komende twee nachten. Bovenop een berg richting het heiligdom van de Madonna di San Luca. Ik word meer dan hartelijk ontvangen door mijn gastvrouw van All’ Ombra del Portico. Even uitrustend op bed overdenk ik mijn reis. Best heftig allemaal, ik voelde me op survivaltocht in treinenland. En dan denk ik maar niet verder over hoe ingewikkeld het praktisch gezien is om in de toekomst meer Europese vakantiegangers met de trein te laten reizen in plaats van met het vliegtuig.
Om bij te komen en mezelf te verwennen ga ik die avond uit eten bij de Trattoria Meloncello, bij mij om de hoek. Troosteten bestaat die avond uit pisserelle in brodo, spinaci, atrichoke met als ultiem toetje, rijsttaart gedrenkt in whiskey, amaretto en een nog een geheime drank alchermes / al-qirmiz die roodgekleurd is met het sap van een kermes insect een soort kever. Verder verrijkt met kaneel, kruidnagel, nootmuskaat en vanille. Of zoals Wikipedia vermeldt : “ Alkermes was a modification of an 8th-century potion, confectio alchermes, a tonic composed of raw slik, apple juice, ground pearls, musk, ambergris, gold leaf, rose water, etc. Ranked among the best tonics for the heart […]”. “Mooi allemaal, dat slaapt vast lekker in” bedenk ik. Zodra mijn lijf het bed raakt val ik in een diepe slaap.










Opmerkingen