Dag 27. Vrijdag 27 mei 2022. Fietskilometers: 35 km. Piazza Armerina-Caltagirone
Terwijl ik nog wat lig te soezen, zo rond 7 uur, hoor ik Inez al bezig met het indekken van de ontbijttafel. Weer zo uitgebreid natuurlijk. Of zoals de enige andere gast van de B&B zegt, “una colazione per il principe e la principessa” (een ontbijt voor de prins en de prinses). Stefano uit Ferrera (ten noord-westen van Milaan) is gister aangekomen en reist solo op zijn Harley door Sicilie. Dat schept natuurlijk een band: Tweewielers onder mekaar. We hebben gister samen fantastisch gegeten, samen met Ettore en Inez en deze keer heeft Stefano me erg geholpen met de vertaling. Want hij spreekt uiteraard Italiaans, maar ook Engels en Frans. Dat is luxe voor mij.
Ik heb zin in deze fietstocht richting Caltagirone, want hoewel de verzorging op en top is, merk ik dat ik graag wat meer op mezelf ben. Het kost behoorlijk wat energie om steeds met andere mensen te eten, sociaal te zijn en steeds maar weer te stuntelen met de Italiaanse taal. Wat dat betreft is het behoorlijk stom van mezelf, dat ik niet eerder Italiaans geleerd heb, want dan had ik het in Sicilië zeker nog kunnen verbeteren. Volgende keer beter.
Fietsend ontsnappen nu, want ik heb ook al afspraken gemaakt. Vanavond slaap ik tussen de bijen. Via Nicole, je weet wel, van www.welkomaantafel.nl, heb ik een plekje geregeld op een- laten we zeggen- honingboerderij. Dat liep allemaal vrij onduidelijk en ik vertrouw er op dat ik er vanavond slaap. Aangekomen in Caltagirone meld ik me bescheiden via een tekstberichtje in Whatsapp. Ik word direct teruggebeld en beland ik in een gedeeld Facetimegesprek. In het ene scherm de breedlachende honingboer en twee van zijn kinderen, in het andere zijn dochter rijdend in de auto met de telefoon in haar hand, op de achtergrond zwaait haar schoonzus. Hilarisch en overdonderend, maar vooral enthousiast. Ik sta te schreeuwen in het café, waar ik net een colaatje wegtik. We blijven maar lachen en elkaar begroeten. Er is ook nog een soort van gesprek, maar het blijft voor mij behoorlijk chaotisch.
Uiteindelijk blijkt de boodschap: “ Natuurlijk ben je van harte welkom om je tent op ons erf te zetten”. En het minder goede nieuws: helaas zijn zowel de honingboer als de dochter die over de marketing en communicatie gaat er allebei dit weekend niet. Ik breng dus een avond door op een boerderij, in mijn eigen tent. Ik weet van het bestaan van de vrouw des huizes. Die heeft zich tot nu toe nog niet laten zien, maar wel de allervriendelijkste zoon Vincenzo. Hij is zichtbaar heel druk bezig met de bijenkasten. In het Siciliaans-Italiaans (ook op mijn to learn list) geeft hij met een gulle lach en in hoog tempo uitleg over wat hij doet en met welk doel. Heel bijzonder, om me zo welkom te voelen op het erf van mensen die ik niet ken en die er ook niet echt iets van begrijpen waarom ik hier kampeer, maar die dat verder prima lijken te vinden, www.apicolturacannizzaro.com
Na een tijdje te hebben rondgelopen, is mijn conclusie: er zijn hier wel degelijk bijen en wel 50 bijenkasten en er is ook honing te over. Vincenzo, in een imkerpak en met een beroker, laat me een wildbouw van honingraten zien. Ik leer van hem dat dat komt, omdat hij en zijn vader te laat waren met het ophangen van genoeg raampjes in deze bijenkast. Nu heeft hij deze wildbouw eruit moeten snijden. In de meeste vakjes van de honingraat zie ik ook al larfjes kronkelen. Lachend zoekt Vincenzo voor mij een groot stuk honingraat zonder larfjes uit en doet voor hoe ik de honing er uit kan zuigen. Neem gewoon een hap. Pure eerste-oogst sinaasappelbloesemhoning, wat een smaakexplosie ! Ik mag de was ook opeten als ik dat wil. Of ik kan er op blijven kauwen als kauwgom. Hij spuugt zelf de uitgekauwde was uit op de grond. Easy does it.
Mijn tent staat in de open garagetent, op de betegelde vloer. Daarnaast staat een Fiat 500L geparkeerd. En daarnaast staan tafels, stoelen, bankjes en tegen de zijkant een soort spoelkeuken. Het ziet er een beetje uit zoals vroeger op het landje in de Beemster, stoffig en nog niet helemaal in vol bedrijf. Met dat verschil dat ze hier ongeveer 50 bedrijvige bijenkasten hebben. En dan heb ik de kasten die nu uitgezet zijn in de heuvels van Sicilië niet meegerekend.
Om 18.00 uur laat de vrouw des huizes, Sylvia, zich zien. Of ik vanavond ook mee uit eten ga. Ze hebben ergens afgesproken met vrienden, wil ik mee? “ Willen jullie mij mee hebben dan?” “Nou ja hèhè, natuurlijk !”, vertaalt de schoondochter, “We zijn juist blij dat je mee wil”. Een paar uur later is het dan zover, ik heb mijn schoonste kleren aan en stap bij de vrouw des huizes in de auto. De muziek gaat lekker hard en we voeren wonderwel een gesprek in het Italiaans, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. “Even de broodjes ophalen” zegt Sylvia en ze parkeert haar auto midden in de drukke straat voor de bakker. Die is nog gewoon open om negen uur en er staat een flinke rij. Vers gebakken broodjes..Het voelt net alsof ik in Noord-Afrika ben.
Voor ik het weet rijden we alweer verder en komen we aan bij het huis van de broer van Sylvia. We zitten met z’n 12-en aan tafel. Ouders, nichten en neven en hun aanhang. Op het terras wordt een barbecue aangestoken en de eerste stukken vlees liggen al snel te garen. “ Ik ben al 20 jaar vegetariër” zegt Sylvia, terwijl ze naar het vlees kijkt. “ Net als mijn man en iedereen verklaart ons voor gek, maar we doen het uit principe. Als je al je hele leven lang met bijen werkt, weet je gewoon hoe belangrijk het is dat je de natuur met zorg gebruikt, dus voor ons geen vlees”. Op de barbecue worden vervolgens worstjes, kipfilets, dunne entrecotes en hamburgers van paardenvlees gegrild. De familieleden van Sylvia smullen er van. Bijzonder dat zij daarover zelf verder geen oordeel lijkt te hebben.
Na drie uur drukte en gezelligheid, een foto-sessie in de woonkamer en een ijsje voor ieder toe, stappen alle familieleden weer in hun auto’s en rijden naar huis. Sylvia en ik zijn moe. Toch blijven we breedgrijnzend met elkaar kletsen in het siciliaans-italiaans-frans-engels-googletranslate. We zijn binnen een paar uur vriendinnen geworden. Tevreden en ontroerd kruip ik mijn tentje in. Alweer zo’n koninklijk onthaal, waarom overkomt dat me toch steeds weer?
Comments