
Survival of de fiets-test
- annettelinden0
- 23 jul 2021
- 3 minuten om te lezen
Dag 22
Vrijdag 23 juli. 78 Km. Montalieu-Vercieu -Lac de Lit du Roi
Vrij vroeg ben ik alweer op pad. En mijn Franse fietsburen nog vroeger zie ik. Ze zijn al gevlogen. Het wordt weer een makkelijke tocht voorzie ik, met deze keer prachtige vergezichten en uitzicht op….bergen! Echte bergen, geen heuvels die ik in Nederland meteen bergen zou noemen. En ik ben ook nog eens een nieuw departement ingefietst, de Ain. En dat willen ze mij heel graag laten weten, want steeds weer die bordjes.
Het is alweer een hete dag en ik heb besloten vandaag zo lang mogelijk door te fietsen en mijn lunch over te slaan. Dus als er na twee uur fietsen bij de eerste de beste manege die ik voorbijrijdt een pizzeria is, waar iedereen gezellig op het terras zit te eten van de goed geadverteerde houtovenpizza-van-de-maand ben ik om. Ik stap van mijn fiets en schuif aan. Een halve pizza met een basis van crème en spinazie met een rauw ei in het midden en salade. Een reuzenmaaltijd. Koffie met koffie-ijs na. En op de pedalen.
En na een tijdje wordt het weer gewoon en weer een beetje saai om te fietsen zo. Om twee uur rijd ik Philippe en Catherine voorbij. Zij zijn aan het slapen/rusten dus ik stoor ze maar niet, daar lekker in de schaduw. “We hebben net een lichte maaltijd van fruit op”, roept Catherine me toe en “heb jij iets nodig? wil je wat eten?”. Ik keer om en blijf even met ze kletsen. We spreken af dat we vanavond met elkaar eten, want we hebben dezelfde camping uitgekozen om te overnachten.
Ik fiets door, krijg ineens heel veel dorst, drink veel en zweet nog meer. En het wordt alsmaar warmer en dan raakt mijn water raakt op. “ Dat mag niet Annette, je mag nooit zonder water komen te zitten.” Dus ik heb een missie, afleiding, net geen paniek. Ik ga op waterjacht. En ik moet ineens ook flink klimmen. Ooei, nu gebeurt er ineens van alles, hahaha. En ik fiets en fiets en fiets en dan verschijnt er uit het niets een oogverblindend watervalletje met vers water. Ik vul mijn bidons en spreek alvast bacteriekolonies in mijn lijf- en dan vooral die kolonies die ik verzamelde toen ik in Ethiopië woonde- streng toe: “ Jongens, het is misschien niet al te geschikt water, maar ik heb het nodig , dus zorg dat ik er niet ziek van wordt.” Ik drink en fiets door. Het wordt steeds warmer op het pad en alweer raakt het water bijna op.
Net op tijd stuit ik op een toeristisch dorpje, met grotten en een oude wasplaats, best mooi allemaal. Maar belangrijker, ze hebben er een glacerie bij en ze maken zelf ijsthee. Dus ik ga op het terras zitten, eet een ijsje, drink hun verrukkelijke ijsthee, drink een fles water en vul mijn bidons.
Alsof ik in een sauna aan het fietsen ben, zo voelt de rest van de tocht. En dan ben ik opeens bij een prachtig meer, le Lac du Lit du Roi. Ik krijg een fijn plekje toegewezen met uitzicht over het meer en op de bergen. De eigenaar van de camping beveelt me zijn restaurant van harte aan. Ik kan er prima eten als ik mijn ‘pas sanitaire’ maar even laat zien aan de bediening. En, heel belangrijk, vanavond treedt er een band op, met de welbekende naam MixMax.
Leuk, leuk, maar eerst moet ik afkoelen. Ik duik het meer van de koning in en daarna het zwembad en dan is alles weer goed. Achteraf gezien is het een hele rare wellness fietstocht geweest, met liters water en liters zweet, en als apotheose een koninklijke coolingdown en een lekker chloorbad.
Als afsluiting van de dag en begin van de avond dineer ik samen met Philip en Catherine. We eten lekker en de band MixMax doet het goed als coverband. Veel Franse liedjes, best veel van Brel en gelukkig ook Bruno Mars, Stromae, Earth Wind & Fire en Gloria Gaynor. Uit volle borst zingen de campinggasten aan hun tafels mee. Mijn tafelgenote Catherine doet dat met veel passie, bij de wat intellectuelere Franse chansons uit de jaren 50-70. En er staan ook een stuk of 30 mensen te dansen op de dansvloer, allemaal keurig 20 centimeter van elkaar af, dus prima condities om een besmetting op te lopen van het een of ander. Aan mijn bacteriekolonies zal het niet liggen, mocht ik ziek worden. Ik heb het watervalwater binnengehouden en de vette pizza en het rauwe ei goed verwerkt. Maar of ik ook op hun hulp en op dat van mijn coronavaccin kan vertrouwen mocht ik tegen een mogelijk virus zijn aangelopen? Niet al te gerust val ik die avond toch maar in slaap in mijn tentje. In Ethiopië zouden over mijn ongerustheid schouderophalend zeggen “ What can we do, it’s the will of the Gods?!”




Opmerkingen