
Zeeen van tijd
- annettelinden0
- 16 jun 2021
- 3 minuten om te lezen
Dag 42
Woensdag 16 juni. 45 km. Arles- Saintes-Maries-de-la-Mer
Iets te enthousiast vertel ik in mijn beste Frans aan de ober achter de bar van restaurant ‘O Pica Pica’ dat ik zo heus weer terugkom en dan graag bij hem kom eten, maar dat ik nu eerst even mijn pas veroverde boodschappen in mijn koelkast moet doen. Hij kijkt me verbaasd aan en zegt “ik snap er niks van”. “Pas de probleme “zeg ik terwijl ik alweer wegfiets,“ik kom straks eten!” “Ja, goed hoor!” Roept hij lachend en denkt “dag maf wijf!” Context, Annette, hoor ik mezelf denken “mensen hebben context nodig om je te begrijpen, leer dat nou eens”.
De dag begon heel goed. De tweede nacht bij monsieur Joubert, Chambre de Hote Les Carmens, sliep ik nog beter dan de eerste. Ik kreeg weer een heerlijk ontbijt en monsieur Joubert, die de Algerijns-Franse uitvoering is van mijn eigen man, kwam zelfs naast me zitten om me precies op de kaart (net als eigen man!) uit te leggen hoe ik naar SMDLM moest fietsen, waar ik het best kon gaan eten en wat de gebieden zijn, ‘waar je eigenlijk niet mag komen, maar die je toch zeker gezien moet hebben’. Ja ja, het is dat ik dus een eigen man heb he, anders was ik waarschijnlijk in Arles blijven wonen.
De fiets bepakt en bezakt, ik erbovenop, gekoeld fris water en gaan maar weer. Alsof ik al jaren in Arles kwam en regelmatig de stad weer uit reed reed, op naar de Camargue. Nog even een meloentje en een tomaat scoren langs de weg en fietsen maar. Onderweg kom ik een enkele groep vrolijk gepensioneerden op de fiets tegen en voor ik het goed en wel door heb rij ik in de hitte door moeras en rijstvelden. Weer alleen op weg. Naar mijn eerste eindbestemming, de Middellandse zee.
Beetje saaiig landschap wel. Waarom al die ophef? In de folders over de Camargue stond dat ik ook wat flamingo’s zou gaan zien, en de beroemde Camarguepaarden werd me steeds voorgehouden, maar is dit nou zo bijzonder? Het valt me allemaal een beetje tegen.
Aangekomen op mijn eindbestemming ben ik zelf argwanend en chagrijnig. Want er loopt wel heel veel waggelend toeristenvolk rond hier. En Jezus wat veel touristtrap eettentjes en wat een lelijkheid hebben ze er van gemaakt. Waar is het strand? Waar is de boulevard ? En waar zijn de felicitaties, “joehoe Annette, je hebt de Middellandse zee bereikt.” Een ware anti-climax.
Ik vestig mijn hoop op feestelijkheid dan maar op een fijne camping. Op de kaart zag ie er goed uit en het leek alsof ie aan zee lag. Nadat ik bij de receptie 25 euro (!) voor een nacht heb afgetikt ga ik op zoek naar een plek. Verdriet, ongeloof en slappe lach wisselen elkaar af. Ik mag mijn kampeerplek uitzoeken in een stoffige dorre woestenij, zonder bomen, maar gelukkig wel overal hekken en prikkeldraad. "Het lijkt hier nog het meest op het niemandsland tussen pakweg de grens tusssn Zimbabwe en Zambia. Of Mexico en de VS" hoor ik mezelf denken. Niks voor mij. Ik vraag en krijg mijn geld terug van de morrende receptionist en fiets na subtiel ingrijpen van de VVV, “ nee mevrouw, dat is niet bepaald een camping voor u, u kunt beter hiernaartoe” naar de goede camping.

Dus op naar de camping waar ze me terstond de Woody aanbieden. Een ingerichte safari-tent voor 5 personen op een houten vlonder, met—hoe luxe !- een eigen koelkast, magnetron, gasfornuis, tweepersoonsbed, kastjes, tafel-stoelen-bank en twee ligstoelen! En met slingers: “Hoera Annette, gefeliciteerd, je hebt het gehaald! Je hebt in precies 6 weken gefietst van Amsterdam naar Saintes-Maries-de-la-Mer en ja, nu heb je vakantie aan zee en mag je , nadat je je koelkastje lekker gevuld hebt, alle vruchten uit de zee proeven.”
Bij O PicaPica, tegenover de arena van Saintes-mdl-Mer, staan Rafaël, Sebastián en Barbera al klaar om me de lekkerste hapjes voor te schotelen. Simpel geserveerd, met naamloze witte wijn en rose uit de streek. En ooo wat ben ik gelukkig en wat voel ik me trots. Ik heb in zes weken tijd fietsend vanuit mijn huis de middellandse zee bereikt. En ik heb nog zeeën van tijd.












Opmerkingen